jachttuig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jacht·tuig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jacht en tuig [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachttuig | jachttuigen |
verkleinwoord | jachttuigje | jachttuigjes |
Zelfstandig naamwoord
het jachttuig o
- benodigdheden voor de jacht
Gangbaarheid
- Het woord 'jachttuig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.