jachtopziener
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jacht·op·zie·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachtopziener | jachtopzieners |
verkleinwoord | jachtopzienertje | jachtopzienertjes |
Zelfstandig naamwoord
de jachtopziener m
- (beroep) een persoon die erop toeziet dat de jachtwet nageleefd wordt
- Mijn buurman is jachtopziener.
Vertalingen
1. een persoon die erop toeziet dat de jachtwet nageleefd wordt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord jachtopziener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.