jaartijden
Niet te verwarren met: jaargetijden |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaartijden (hulp, bestand)
- IPA: /ˈjartɛidə(n)/
Woordafbreking
- jaar·tij·den
Woordherkomst en -opbouw
- van jaartijd met de meervoudsuitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de jaartijden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jaartijd