jaarrede
Uiterlijk
- jaar·re·de
- samenstelling van jaar zn en rede zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarrede | jaarredes |
verkleinwoord |
- toespraak die gehouden wordt bij het begin van het jaar
- ▸ De Surinaamse president Desi Bouterse heeft in zijn jaarrede bij de opening van het parlementaire jaar tal van plannen gepresenteerd die het land de komende jaren tot grote ontwikkeling moeten brengen.[1]
- Het woord jaarrede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Harmen Boerboom“Bouterse herhaalt tomeloze ambities, waar nog niets van terechtkwam” (Vrijdag 30 september 2016, 19:18), NOS