jaareinde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaareinde jaareindes
jaareinden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het jaareindeo

  1. laatste deel van een kalenderjaar
    • Toch kende Zalando naar eigen zeggen een sterk jaareinde. Dankzij de gestegen populariteit van een dag als Black Friday en natuurlijk de kerstverkopen rinkelde de kassa van de webshop aanhoudend. [1] 
    • De prijzen voor de woongelegenheden zijn nog niet bepaald. ‘Maar die zullen marktconform zijn’, zegt Demot. De aanvang van de werken is, als de procedure normaal verloopt, gepland tegen het jaareinde of begin 2019. [2]  
  2. jaarwisseling van 31 december naar 1 januari
    • Voor het jaareinde zal de nieuwe wet van kracht worden, beloofde hij. Abortus wordt dan legaal tijdens de eerste twaalf weken. Ook in het volgende trimester kan een zwangerschapsafbreking nog onder bepaalde omstandigheden. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 17-01-2018 Zalando bouwt verkopen flink uit
  2. De Standaard 31 MAART 2018 Oud RTT-gebouw Hasselt wordt nieuw stadsdeel
  3. De Standaard 28 MEI 2018 Ierland ontworstelt zich aan greep van katholieke Kerk
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be