irritant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ir·ri·tant
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen irritant irritanter irritantst
verbogen irritante irritantere irritantste
partitief irritants irritanters -

Bijvoeglijk naamwoord

irritant

  1. in hoge mate vervelend
    • Dit is de irritantste persoon die ik ooit gezien heb. 
    «Emiel is bijzonder irritant
  1.  De meeste vakantiegangers nemen de Autoroute du Soleil, een ongezellige snelweg met irritante tolpoorten en karakterloze wegrestaurants.[3]
     Hij was in bepaalde opzichten een jongere versie van mezelf. Zijn grote mond, iets te harde stem, irritante enthousiasme en overdreven positiviteit waren herkenbaar maar ook zijn ongepolijste bravoure, idealisme en romantische dromen om de wereld te verbeteren.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. irritant op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   irritant irritants
  vrouwelijk   irritante irritantes

Bijvoeglijk naamwoord

irritant

  1. irritant