ironieën

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iro·nie·en
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de ironieënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ironie
     Een van de typerende ironieën van de experimentele poëzie wil dat deze dichters hun einddoel - zien en spreken als een kind, eenvoudig dus - trachten te bereiken via moeilijke, allesbehalve voor de hand liggende neologismen en beelden.[1]
     Misschien is het waar dat je over alles wel ironisch kunt doen, maar het is ook onzin. Er zijn geen twee ironieën aan elkaar gelijk, ik bedoel, elke ironie heeft zijn eigen tint.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2024 Weblink bron “Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie.”, 3e druk (2008), Vantilt, Nijmegen, ISBN 9789077503638, p. 730
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2024 Weblink bron Ironie als zelfverdediging : Over Henk Romijn Meijer in: Ons Erfdeel., jrg. 45 nr. 5 (november 2002), Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer, p. 698