inzout

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·zout
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inzouten

inzout

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat ik inzout. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat jij inzout. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzouten
    • ... dat hij inzout. 
stellend
onverbogen inzout
verbogen inzoute

Bijvoeglijk naamwoord

inzout

  1. buitengewoon zout
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inzout.

Hyponiemen

Verwijzingen

Gangbaarheid