inzetbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·zet·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inzetbaarheid | inzetbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de inzetbaarheid v
- het inzetbaar zijn
Gangbaarheid
- Het woord inzetbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.