inzamelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inzamelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·za·mel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzamelen |
inzamelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inzamelen
- ...dat wij inzamelden.
- ...dat jullie inzamelden.
- ...dat zij inzamelden.
- ...dat wij inzamelden.