inwoonster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inwoonster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪnwonstər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·woon·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inwonen met het achtervoegsel -ster[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | inwoonster | inwoonsters |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inwoonster v
- vrouw die in een bepaald gebied woont
- Een inwoonster van Rijssen kwam vorig jaar mei op dezelfde plek met de schrik vrij na een slippartij. "Gelukkig geen schade, maar wel 1,5 keer rond geweest in die tunnel. Ik ben vervolgens direct naar mijn garage gereden om te zien of mijn banden goed waren." [2]
- Een inwoonster van Cannes is overleden aan de verwondingen die ze had opgelopen door een aanval van een stier tijdens het patroonfeest in Aigues-Mortes in het zuidoosten van Frankrijk. [3]
- In een kerk in Roese rouwden vanochtend honderden mensen om de vermoorde journaliste, voorafgaand aan de begrafenis. Ze brachten rode en witte anjers en rouwkransen mee. "Viktoria's dood is een groot verlies voor de stad", zei de 48-jarige inwoonster Zornitsa Koleva. [4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord inwoonster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia M. Cellarius 27 september 2018 Wegdek tunnel Rijssen schoongemaakt na ongeval
- ↑ Tubantia 7 oktober 2018 Franse vrouw overlijdt door aanval stier
- ↑ Tubantia 12 oktober 2018 In Duitsland opgepakte man bekent aanval op Bulgaarse journaliste