inwerking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·wer·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inwerken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inwerking | inwerkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het inwerken
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inwerking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "inwerking" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be