inwerken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en werken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inwerken |
werkte in |
ingewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inwerken [1]
- uitwerking hebben, invloed hebben
- Erytropoëtine werkt in op het beenmerg waar het de productie van rode bloedcellen stimuleert
- overgankelijk in een materie thuis laten worden
- Hij werd door het afdelingshoofd ingewerkt
- overgankelijk al werkend aanbrengen
- Door een draaiende beweging werd het materiaal ingewerkt
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord inwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inwerken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstellingen in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %