inwateren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

In- en uitwateringssluis in de Bergenmeersen (Wichelen) tijdens het inwateren.
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·wa·te·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

inwateren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inwateren
waterde in
ingewaterd
zwak -d volledig
  1. (waterbeheer) water naar binnen laten lopen via een waterkering
  2. naar binnen lekken van water
    • De mast brak af doordat deze grotendeels was doorgerot. Uit het onderzoek van de OVV blijkt dat water de mast kon binnendringen en vervolgens niet weg kon. "Zowel de schipper, zijn onderhoudspersoneel als keuringsinstanties hebben niet gezien dat de mast in vier jaar tijd inwaterde en van binnenuit doorrotte", staat in het rapport.[2] 
    • Hier voor de deur worden de stoepen opgehoogd en 60 procent van de huizen zullen dientengevolge inwatering krijgen. Dat betekent dat de souterrains blank komen te staan.[3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 26 juli 2017 'Historische zeilschepen onveilig'
  3. De Volkskrant H. Thomas; C. de Vries 20 februari 1998 Grachten autovrij?
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be