invurige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vu·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord invurig met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
invurige
- verbogen vorm van de stellende trap van invurig
Gangbaarheid
- Het woord 'invurige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.