involucrum
Uiterlijk
- Geluid: involucrum (hulp, bestand)
- in·vo·lu·crum
- Leenwoord uit het Latijn. In Nederlandse teksten sinds 1791 bekend.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | involucrum | involucra |
verkleinwoord |
het involucrum o
- (medisch) omhullend vlies, omhulsel, omslag
- De omslagen (involucra), in welke de ballen, dien togt volvoerd hebbende, bevat zijn, worden geschiktlijk onderscheiden in eenen die aan beiden gemeen is, en in eenen, die aan elk eigen is. Het eerste is de balzak (scrotum).[1]
- (beschrijvende plantkunde) krans of spiraal van schutbladen rond een bloeiwijze
- Het geslacht Corylus is ingedeeld op basis van morfologische kenmerken, waarbij de grote variatie in de zogenaamde involucra (omwindselbladen of vruchthulzen) kenmerkend en leidend is.[2]
- Het woord 'involucrum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.