invocar
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vo·car
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
invocar |
invocaba |
invocado |
volledig |
Werkwoord
invocar
- overgankelijk (religie) aanroepen (van God)
- inroepen (van hulp)
- (informatica) oproepen, opvragen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- invocar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española