invieze

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vie·ze
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

invieze

  1. verbogen vorm van de stellende trap van invies
    • (...) vooral in de gevaren van godsdienstige onverschilligheid en zedelijke ontaarding, waaraan zij bloot staan bij 't passagieren, niet 't minst hier op Curaçao in onze verpeste invieze Punda. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen