investerinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ves·te·rin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van investering met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het investerinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord investering