inventariseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ven·ta·ri·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
inventariseren

inventariseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van inventariseren
    • Ik inventariseerde. 
    • Jij inventariseerde. 
    • Hij, zij, het inventariseerde.