inval
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·val
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inval | invallen |
verkleinwoord | invalletje | invalletjes |
Zelfstandig naamwoord
inval m
- (militair) het plotseling met een leger- of politiemacht binnendringen in een gebouw of gebied
- De politie heeft een inval gepleegd in dat pand en vond er een metamfetaminefabriekje.
- ▸ Westerse landen hebben de afgelopen maanden meer dan 330 miljard dollar aan bezittingen van rijke Russen en de Russische centrale bank bevroren. Dat is omgerekend zo'n 314 miljard euro. Reden hiervan is de de Russische inval in Oekraïne.[1]
- plotseling opkomende gedachte
Verwante begrippen
- [1] invasie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
2. plotseling opkomende gedachte
Werkwoord
vervoeging van |
---|
invallen |
inval
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invallen
- ... dat ik inval.
Gangbaarheid
- Het woord inval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "inval" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Ruim 330 miljard dollar aan Russische bezittingen bevroren sinds invasie” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be