inutilizase
Uiterlijk
| vervoeging van |
|---|
| inutilizar |
inutilizase
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inutilizar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inutilizar
| vervoeging van |
|---|
| inutilizarse |
inutilizase
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inutilizarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inutilizarse