intrathecaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·tra·the·caal
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
intrathecaal
- (medisch) binnen de hersen- of ruggemergsvliezen
Vertalingen
1. binnen de hersen- of ruggemergsvliezen
Gangbaarheid
- Het woord 'intrathecaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.