intoomt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·toomt

Werkwoord

vervoeging van
intomen

intoomt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intomen
    • ... dat jij intoomt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intomen
    • ... dat hij intoomt.