intoneren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van intoneren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		intoneren			te intoneren
	toekomend		zullen intoneren			te zullen intoneren
voltooid	tegenwoordig		hebben geïntoneerd			te hebben geïntoneerd
	toekomend		geïntoneerd zullen hebben			geïntoneerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	intonerend		geïntoneerd			ev. intoneer	mv. verouderd intoneert	intonere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	intoneer	intoneert	intoneert	intoneert	intoneert	intoneren	intoneren	intoneren
verleden (o.v.t.)	intoneerde	intoneerde	intoneerde	intoneerde	intoneerde	intoneerden	intoneerden	intoneerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal intoneren	zult/zal intoneren	zult/zal intoneren	zult intoneren	zal intoneren	zullen intoneren	zullen intoneren	zullen intoneren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou intoneren	zou intoneren	zou(dt) intoneren	zoudt intoneren	zou intoneren	zouden intoneren	zouden intoneren	zouden intoneren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geïntoneerd	hebt geïntoneerd	hebt/heeft geïntoneerd	hebt geïntoneerd	heeft geïntoneerd	hebben geïntoneerd	hebben geïntoneerd	hebben geïntoneerd
verleden (v.v.t.)	had geïntoneerd	had geïntoneerd	had geïntoneerd	hadt geïntoneerd	had geïntoneerd	hadden geïntoneerd	hadden geïntoneerd	hadden geïntoneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geïntoneerd hebben	zal/zult geïntoneerd hebben	zult/zal geïntoneerd hebben	zult geïntoneerd hebben	zal geïntoneerd hebben	zullen geïntoneerd hebben	zullen geïntoneerd hebben	zullen geïntoneerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geïntoneerd hebben	zou geïntoneerd hebben	zou/zoudt geïntoneerd hebben	zoudt geïntoneerd hebben	zou geïntoneerd hebben	zouden geïntoneerd hebben	zouden geïntoneerd hebben	zouden geïntoneerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geïntoneerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geïntoneerd				er is geïntoneerd
verleden	er werd geïntoneerd				er was geïntoneerd
toekomend	er zal geïntoneerd worden				er zal geïntoneerd zijn
voorwaardelijk	er zou geïntoneerd worden				er zou geïntoneerd zijn