interneteconomie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·eco·no·mie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en economie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interneteconomie | interneteconomieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de interneteconomie v
- (handel) handel en bedrijfsvoering via elektronische weg, met name internet
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord interneteconomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.