integendeel
Uiterlijk
- Geluid: integendeel (hulp, bestand)
- IPA: /ɪnˈtexə(n)del/
- in·te·gen·deel
- samenstelling van in en tegendeel [1]
integendeel
- luidt een verrassende tegenstelling in
- Hij is niet ontslagen. Integendeel, hij heeft zelfs promotie gekregen.
- ▸ Ik dacht eerst dat ik tijdens dit experiment niet veel plezier zou hebben en misschien zelfs door de hikers zou worden genegeerd. Maar integendeel, ik heb in jaren niet zoveel gelachen.[2]
- ▸ De mensen thuis hadden het Duitse expeditieleger niet zoals de Denen met open armen ontvangen. Integendeel.[3]
1.
- Het woord integendeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "integendeel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ integendeel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be