instulping
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: instulping (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·stul·ping
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van instulpen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instulping | instulpingen |
verkleinwoord | instulpinkje | instulpinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- door instulpen gevormde holte
Gangbaarheid
- Het woord instulping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "instulping" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be