instuiven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·stui·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
instuiven
stoof in
ingestoven
klasse 2 volledig

Werkwoord

instuiven [1]

  1. onovergankelijk naar binnen stuiven
  2. onovergankelijk landwaarts verstuiven

Zelfstandig naamwoord

de instuivenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord instuif

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen