instigatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: instigatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sti·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aandrijving’ voor het eerst aangetroffen in 1524 [1]
- Naamwoord van handeling van instigeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instigatie | instigaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de instigatie v
- aandrijving, aansporing
- op ~ van: aangespoord door
- Op instigatie van de oppositie kwam het tot een grote demonstratie die in ernstige ongeregeldheden ontaardde. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord instigatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "instigatie" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "instigatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ instigatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be