instigatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sti·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord instigatie instigaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de instigatiev

  1. aandrijving, aansporing
  2. op ~ van: aangespoord door
    • Op instigatie van de oppositie kwam het tot een grote demonstratie die in ernstige ongeregeldheden ontaardde.  [3]
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen