installerte

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • in·stal·ler·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse woordvorm met het voorvoegsel in-
Naar frequentie 34602

Bijvoeglijk naamwoord

installerte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van installert

installerte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van installert

Werkwoord

installerte

  1. verleden tijd van installere


Nynorsk

Woordafbreking
  • in·stal·ler·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Nynorske woordvorm met het voorvoegsel in-

Bijvoeglijk naamwoord

installerte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van installert

installerte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van installert

Werkwoord

installerte

  1. verleden tijd van installere