installationen

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • in·stal·la·tio·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel in-
Naar frequentie 24451

Zelfstandig naamwoord

installationen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van installation