inspringing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inspringing (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sprin·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inspringen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inspringing | inspringingen |
verkleinwoord | inspringinkje | inspringinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de inspringing v
- (typografie) opzettelijk grotere kantlijn
- (bouwkunde) opzettelijk onbebouwd gelaten strook, stapsgewijze terugwijking
- De afronding van de hoeken en de inspringing van de gevels geven het gebouw een sculpturaal en zacht uiterlijk.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inspringing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.