insemineer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insemineer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·se·mi·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
insemineren |
insemineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insemineren
- Ik insemineer.
- gebiedende wijs van insemineren
- Insemineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insemineren
- Insemineer je?