inschrift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

inschrift
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inschrift inschriften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het inschrifto

  1. een tekst die dieper dan het oppervlak van een voorwerp ligt
     ‘Het inschrift B.E.H.BOSON, de namen van de wetenschappers en de data 1964 en 2014 vervolledigen de grafische compositie’, meldde de FOD Financiën.[2]
     Britse codebrekers zeggen dat ze een raadsel rond de heilige graal hebben opgelost. Een mysterieus 18e eeuws inschrift in een monument blijkt geen verwijzing naar de beker van Jezus, meldden Britse media donderdag.[3]
     De onderzoekers vonden in dit bouwwerk een op een scarabee lijkend zegel met een afmeting van 1,1 bij 1,4 centimeter. Op het zegel staat een afbeelding van granaatappels en een inschrift in oud-Hebreeuws met de woorden: ”voor Netanyahu ben Yaush”.[4]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    jns
    “Nobelprijswinnaar Englert heeft eigen muntstuk” (04/11/2014), De Standaard
  3. Bronlink Weblink bron “Raadsel rond heilige graal opgelost” (26-11-2004), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink Weblink bron “Romeins gebouw ontdekt bij Tempelberg” (04-09-2008), Reformatorisch Dagblad
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be