inntil

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈintil/

Woordafbreking

• inn·til

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Nynorske woord til met het voorvoegsel inn-.

Naar frequentie	1316

Bijwoord

inntil

1. aan

Typische woordcombinaties

• ikke våge seg inntil

zich niet wagen aan

Voegwoord

inntil

1. tenzij, tot

   «Dette gjelder inntil noe annet blir bestemt.»

   Dit is van toepassing tenzij anders aangegeven.

Voorzetsel

inntil

1. aan
2. bij

   «De stod tett inntil hverandre.»

   Ze stonden dicht bij elkaar.

3. tegen

   «Stigen stod inntil veggen.»

   De ladder stond tegen de muur.

4. tot
5. van

   «Kommunen garanterer for et lån på inntil fire millioner kroner.»

   De gemeente garandeert voor een lening van maximaal vier miljoen.

Synoniemen

• [1-4]: bort til
• [1-4]: inn mot
• [1-4]: inn til
• [5-6]: fram til
• [5-6]: helt mot
• [5-6]: like til

Typische woordcombinaties

• [1]: sette seg inntil bordet

zich aan tafel zetten

• [4]: inntil videre (foreløpig, til så lenge)

tot nader order

• [4]: elske en inntil døden

liefhebben tot in de dood

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈintil/

Woordafbreking

• inn·til

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Nynorske woord til met het voorvoegsel inn-.

Bijwoord

inntil

1. aan

Typische woordcombinaties

• ikkje våge seg inntil

zich niet wagen aan

Voegwoord

inntil

1. tenzij, tot

   «Inntil noko betre dukkar opp, held vi fast på dette.»

   Tot niet iets beters opduikt, houden we vast op dit punt.

Voorzetsel

inntil

1. aan
2. bij
3. tegen
4. tot
5. van

Synoniemen

• [1-4]: bort til
• [1-4]: borte ved
• [1-4]: inn mot
• [1-4]: inn til
• [5-6]: bort imot
• [5-6]: fram til
• [5-6]: heilt mot
• [5-6]: like til

Typische woordcombinaties

• [1]: setje seg inntil bordet

zich aan tafel zetten

• [4]: inntil vidare (førebels, til så lenge)

tot nader order