innbyggerens

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • inn·byg·ge·rens
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel inn-
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

innbyggerens, m

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van innbygger