inleverdatum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·le·ver·da·tum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inleverdatum inleverdata
inleverdatums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inleverdatumm

  1. de (laatste) dag dat je iets (nog) in kunt leveren
    • 1 januari 2032 is de uiterste inleverdatum voor bankbiljetten van 1000 gulden. 
    • Als je een boek na de inleverdatum inlevert bij de bibliotheek krijg je een boete. 

Gangbaarheid