inlegzool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·leg·zool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van inleg ww en zool zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inlegzool | inlegzolen |
verkleinwoord | inlegzooltje | inlegzooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zool die men in een schoen kan leggen, zodat de schoen beter past of de voeten minder stinken
- Macintosh heeft al enkele maatregelen aangekondigd. Zo gaat het zich alleen nog richten op de kleding- en schoenenmarkt in de Benelux. De Britse schoenenketen die het onder zich had, Fashion UK , wordt dit jaar in de verkoop gedaan, net als Nea International, groothandelaar in onder andere inlegzolen.[1]
- Het Leuvense bedrijf investeerde in eigen productielijnen en in softwaretools die derden toelaten om een eigen productielijn uit te bouwen. En zo kwam Materialise wel bij de consument terecht. Bijvoorbeeld via zijn productielijnen voor inlegzolen en brilmonturen op maat. ‘We willen niet alles zelf vervaardigen’, zegt Vancraen. ‘De meeste toegevoegde waarde voor ons zit in de softwaretools.’[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inlegzool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inlegzool" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant Guus Ritzen 20 maart 2015,
- ↑ de Standaard 6 OKTOBER 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be