inkorven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·kor·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inkorven
korfde in
ingekorfd
zwak -d volledig

Werkwoord

inkorven [1]

  1. overgankelijk in korven doen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
inkerven

inkorven

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inkerven
    • ...dat wij inkorven. 
    • ...dat jullie inkorven. 
    • ...dat zij inkorven. 

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen