inkomkaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·kom·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomkaart inkomkaarten
verkleinwoord inkomkaartje inkomkaartjes

Zelfstandig naamwoord

de inkomkaartv / m

  1. toegangsbewijs in de vorm van een papiertje
     Maar Deflandre had ook nog goed nieuws voor de deelnemende teams. ‘Wie voor 31 januari 2014 heeft ingeschreven (3.900 euro), mag deelnemen aan één gratis sessie en ontvangt nog 300 inkomkaarten met een waarde van 7.500 euro. Dat betekent dat zowel het inschrijvingsgeld alsook de brandstof kan betaald worden met de opbrengst van de inkomkaarten.[1]
     Toegang met inkomkaarten Plopsaland De Panne[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    jvh
    “24 Uren van Zolder wil democratische en mythische wedstrijd in 2014” (09/11/2013), De Standaard
  2. Bronlink Weblink bron “Ketnet Freezzz” (Geraadpleegd 5 mei 2021), Wikipedia