inkomensafhankelijkers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inkomensafhankelijkers (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɪŋkomənsɑfˈhɑŋkələkərs/, bij beklemtoond gebruik /ˈɪŋkomənsɑfˌhɑŋkələkərs/
Woordafbreking
- in·ko·mens·af·han·ke·lij·kers
Woordherkomst en -opbouw
- inkomensafhankelijker met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
inkomensafhankelijkers
- partitief van de vergrotende trap van inkomensafhankelijk