injectiespuit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·jec·tie·spuit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van injectie en spuit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | injectiespuit | injectiespuiten |
verkleinwoord | injectiespuitje | injectiespuitjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) een cilinder met een holle naald, bedoeld om iets te kunnen inspuiten
- Ze stonden al klaar met een fikse injectiespuit.
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord injectiespuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.