inhaaleffect

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·haal·ef·fect
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inhaaleffect inhaaleffecten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het inhaaleffecto

  1. iets wat ontstaat omdat een achterstand wordt ingelopen
     Bij het RIVM zijn tot 10.00 uur vanmorgen 4688 nieuwe bevestigde coronabesmettingen gemeld. Dat zijn er 107 meer dan gisteren. Op woensdag en donderdag is het aantal positieve tests vrijwel altijd hoger dan in de rest van de week. Dat komt doordat mensen zich in het weekend minder laten testen en er in de loop van de week vervolgens een 'inhaaleffect' ontstaat.[1]
     Het Nivel vermoedt dat sprake is van een inhaaleffect, nu alle coronamaatregelen zijn opgeheven en kinderen weer vaker met elkaar in contact komen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Aantal coronapatiënten in ziekenhuis onder de 2000, laagste aantal in twee maanden” (Donderdag 20 mei 2021, 15:25), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Veel meer kinderen met waterpokken, 'inhaaleffect' na corona” (Donderdag 12 mei 2022, 21:32), NOS