ingelovig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ge·lo·vig
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van gelovig (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ingelovig | - | - |
verbogen | ingelovige | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ingelovig
- diep overtuigd
- En hoewel hij in een aantal magnifieke monologen zijn God pleegt te kapittelen over Diens vaak onbegrijpelijke besluiten, blijft hij een ingelovig mens die zich niet verzet maar aanvaardt. [1]
Opmerkingen
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en ingelovig.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'ingelovig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Meulen, H. van der"Nolle Versyp onvergetelijke Tevye" in: Leeuwarder Courant: hoofdblad van Friesland jrg. 240 nr. 241 (14 oktober 1991); p. 7 kol. 4; geraadpleegd 2015-07-26