ingebed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ge·bed
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: inbedden…
verbogen vorm: ingebedde

ingebed

  1. voltooid deelwoord van inbedden
stellend
onverbogen ingebed
verbogen ingebedde
partitief ingebeds

Bijvoeglijk naamwoord

ingebed

  1. als onderdeel opgenomen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen