informatiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·for·ma·ti·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
informatiseren |
informatiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informatiseren
- Jij informatiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informatiseren
- Hij informatiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van informatiseren
- Informatiseert!
Gangbaarheid
- Het woord informatiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.