informatiesector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiesector informatiesectoren
informatiesectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de informatiesectorm

  1. alle bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de (automatische) dataverwerking
     In het onderwijs zijn de meeste mensen aangesloten bij een vakbond: 31 procent. Ook in het openbaar bestuur en in vervoer en opslag zijn veel werknemers lid, bijna 30 procent. In de communicatie- en informatiesector is de organisatiegraad het geringst: 6 procent.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Vakbonden blijven leden verliezen: bijna 100.000 in twee jaar” (Woensdag 3 november 2021, 00:00), NOS