infobord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·fo·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van info zn en bord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infobord | infoborden |
verkleinwoord | infobordje | infobordjes |
Zelfstandig naamwoord
het infobord o
- een vlak voorwerp waarop men informatie kan zetten of lezen
- Onderweg zie je vijftien thematische infoborden. Met een smartphone kun je via QR-codes luisteren naar de verhalen. Onderweg tref je vier reconstructies: twee schildwachthuisjes en twee van de dodendraad, waarvan één met een schakelhuis.[1]
- Hendrik ter Beest werd 82 jaar geleden geboren aan de rand van landgoed Het Lankheet. Opgegroeid nabij de Buurserbeek is hij geboeid door het riviertje. In de archieven speurde hij naar achtergrondinfo. Veel van deze gegevens zijn verwerkt op het infobord bij de in ere herstelde Botterbeek.[2]
Gangbaarheid
- Het woord infobord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "infobord" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Telegraaf RUTGER VAN DEN HOOFDAKKER 19 apr. 2014 Rondje Baarle-Nassau; WOI centraal
- ↑ Tubantia 17-08-17 Aan alle 35 bruggen rondom Haaksbergen hangt nu een naamkaartje
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be