infanterieregiment
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·fan·te·rie·re·gi·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van infanterie zn en regiment zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infanterieregiment | infanterieregimenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het infanterieregiment o
- (militair) gevechtseenheid van grondtroepen met voetvolk
- ▸ Op 11 oktober 1805 stond een van de kort geleden bij Braunau aangekomen infanterieregimenten, in afwachting van de inspectie door de opperbevelhebber, op een halve mijl van de stad.[1]
- ▸ Prins Jaime de Bourbon de Parme was ook bij de herdenking. Hij is de beschermheer van de veteranen van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene Brigade, een infanterieregiment dat naar zijn moeder is genoemd.[2]
Gangbaarheid
- Het woord infanterieregiment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Koning herdenkt D-day in Frankrijk” (06-06-2014), NOS